Triggers

Triggers zijn uitlokkingsfactoren die je in een clusterperiode beter kunt vermijden. De triggers zijn voor iedereen weer anders. Niet iedereen heeft triggers. Het is een kwestie van ontdekken wat een aanval uitlokt. Dit kun je niet na 1 x constateren. Helaas wordt men door schade en schande wijzer. Het zal dus echt een aantal keren moeten gebeuren, dat je een aanval krijgt, waardoor blijkt dat iets een trigger is. Soms is het ook toeval, dat je net een aanval kreeg, toen je een stukje chocolade at. Of een aanval hebt gekregen na het fietsen. Het zou jammer zijn dat je die dingen laat, terwijl het niet echt een trigger blijkt te zijn.

Volgens sommige artsen zijn de triggers niet aanwezig, maar berusten deze altijd op toeval. Wanneer er de aanloop is naar een aanval, krijgen wij trek in bepaalde voedingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld chocolade, waarna een aanval volgt. In het geval van migraine is dit aangetoond, maar bij een TAC niet. Dit zou een mogelijkheid zijn, maar verklaart niet het feit dat wanneer de mensen hun triggers vermijden, de aanvallen verminderen. Ook het weer kan een trigger zijn, hier hebben wij geen invloed op. Toch is het opvallend hoeveel mensen last hebben, wanneer er bijvoorbeeld onweer op komst is. Toeval of niet, het is belangrijk om voor jezelf de conclusies te trekken: Heb ik triggers? Welke? En hoe kan ik het mezelf makkelijker maken?

Bij de episodische vorm zijn triggers vaak alleen in de clusterperiode zelf ‘not done’. Buiten hun periode ervaren veel mensen, dat de triggers vrijwel geen invloed hebben. Bij de chronische vorm zijn de triggers beter te vermijden, ten alle tijde! Zeker wanneer je al schaduwpijn hebt. Op een gegeven moment voel je wel aan, wanneer iets kan of niet.

Wat we willen benadrukken is dat triggers niet de oorzaak zijn van de aandoening, het gaat puur om extra aanvallen die je kunt elimineren , door het ontdekken van je triggers. De aandoening zelf zal er helaas niet mee over gaan.

De triggers die het meest besproken worden binnen de steungroep zijn:

Alcohol: Dit is de meest bekende trigger. Alcohol schijn een grote trigger te zijn bij een TAC. Vooral rode wijn wordt vaak genoemd, maar ook kruidendrankjes en bier komt regelmatig voorbij. Het beste wat je hiertegen kunt doen is stoppen met het drinken van alcoholische drankjes.  Wanneer je toch alcohol wil nuttigen, kan het lonen om uit te vinden wat je wel en niet zou kunnen drinken.

(Bewerkte) Voeding: Een aantal mogelijke triggers in voeding zijn oude kaas, tomaten, chocolade, E-nummers en bepaalde kruiden. Sommige mensen kunnen bepaalde soorten chocola (bijvoorbeeld wit of puur) wel verdragen, of bepaalde kaas wel eten. Meestal wanneer voeding een trigger is, zal de aanval vrij snel opkomen tijdens of na het nuttigen. Wanneer je potjes kruiden gebruikt, kan het lonen om eens te kijken welke kruiden gebruikt worden voor de mix.  Wanneer je weet welke kruiden triggeren, kun je de potjes waar die kruiden gebruikt worden, vermijden.  Vaak zijn het de wat sterkere smaken zoals basilicum, kruidnagel, anijs , nootmuskaat, knoflookpoeder etc. die een trigger zijn. Ons advies hierin is zo puur mogelijk koken, zonder pakjes en zakjes, alles zelf te kruiden en de oorspronkelijke vorm van smaakmakers, zoals verse knoflook ipv poeder, te gebruiken.  Dus eigenlijk zo min mogelijk bewerkte voeding te nuttigen, wat ook beter is voor je algehele gezondheid. Een gezond(er) lichaam zal de pijn ook beter kunnen opvangen.

Het weer: Dit is een hele lastige, aangezien we het weer niet kunnen veranderen. Dat komt zoals het komt. Storm buiten is storm in het hoofd. Mist buiten is mist in het hoofd. Dit zijn uitspraken die we geregeld zien binnen de steungroep. Ook (plotselinge) weersverandering, hoge luchtvochtigheid, temperatuurschommelingen, kunnen aanvallen uitlokken. Vaak voelen mensen het van te voren al aan wanneer het weer gaat veranderen of bijv wanneer er onweer op komst is. De schaduwpijn neemt toe, hogere druk in het hoofd en onrust zijn hierbij de meest voorkomende voortekenen. Wanneer het weer wat stabieler wordt, zal dit ook afnemen. Sommige mensen krijgen juist een aanval tijdens onweer, anderen vinden het een opluchting wanneer het eindelijk onweert. Ook hierin is het bij iedereen anders, hoe het zich zal uiten. Maak het jezelf zo makkelijk mogelijk door praktische handelingen, zoals een pittenzak/koeling tegen je hoofd (wat je zelf het prettigst vind), probeer wat afleiding te zoeken, of ontspanning door bijvoorbeeld yoga, meditatie, ademhalingsoefeningen. Voorkomen is niet aan de orde, het weer kunnen we immers niet omzeilen. Verwacht niet teveel van jezelf en wees voorbereid. Zet je aanvalsbestrijding klaar, voor het geval dat.

Tegen bepaalde weersinvloeden kun je je hoofd beschermen. In de winter kan het fijn zijn om je hoofd en holtes te beschermen tegen de kou. In de zomer kan een zomerhoed, koelmuts en zonnebril een uitkomst zijn. Ook bij wind kunnen bovenstaande middelen helpen om de extra aanvallen te minderen. Een aantal lotgenoten zijn verhuisd naar een stabieler klimaat. Voor sommige een verbetering, voor anderen bleven de aanvallen onveranderd.

Temperatuurverschil: plotselinge temperatuurverschillen kunnen een trigger zijn. Bijvoorbeeld wanneer je de airco in de auto te koud hebt staan, of wanneer de kachel te hoog staat in verhouding met de temperatuur buiten. Probeer altijd zo dicht mogelijk bij de buitentemperatuur te blijven, zodat het geen grote schok is wanneer je naar buiten/binnen stapt. Bij winkels is dit ook vaak het geval, de blazende airco in de zomer, of de warme kachel, kan bij het naar binnen- of buitengaan, aanvallen/heftige steken veroorzaken.

Opvallend is dat mensen met chronische clusterhoofdpijn, ook vaak Sunct-achtige klachten hebben bij hoge temperatuurverschillen. Zij ervaren meteen de piek van een aanval, waarna deze vrij snel weer verdwijnt. Veel mensen omschrijven het als kleine aanvallen en scharen het onder de clusterhoofdpijn.  

Sporten/inspanning: Veel mensen ervaren extra aanvallen tijdens hoge inspanning, zoals intensief sporten. Voor sommige is ook het hebben van sex een trigger. Dit kan te maken hebben met verhoogde hartslag/bloeddruk tijdens inspanning. Het zou jammer zijn dat je bepaalde activiteiten niet meer kunt doen, omdat het een trigger blijkt te zijn. Het langzaam opbouwen, niet meteen heel intensief bezig gaan en het in de gaten houden van je ademhaling, kan een hoop doen. Beweging is goed voor je algehele gezondheid. Wanneer echt blijkt dat je een bepaalde sport niet meer kunt doen vanwege de extra aanvallen, kun je altijd een vervangende bezigheid zoeken, wat minder intens is.

Medicatie: De meest bekende trigger op het gebied van medicatie is morfine-achtige medicatie. Denk hierbij aan Tramadol, oxycodon of fentanyl. Deze kunnen aanvallen uitlokken, maar ook aanvallen in stand houden. Staken van deze medicatie kunnen de extra aanvallen reduceren. Houd er wel rekening mee, dat het eerst erger kan worden vanwege de verslavende werking, voordat het beter gaat. In uitzonderlijke gevallen kunnen deze middelen helpen, in de meeste gevallen doet het echter heel weinig tot niets en is het niet de moeite waard om het te slikken.

Geuren/licht: Bij een TAC is lichtgevoeligheid niet echt een bekend verschijnsel. Toch dragen veel mensen altijd een zonnebril om hun ogen te beschermen tegen het (felle) licht. Ook lichtflitsen kunnen aanvallen uitlokken, net als bij epilepsie. Tevens kunnen bepaalde geuren aanvallen triggeren. parfums, bepaalde etensgeur, rook van sigaret/bbq, schoonmaakmiddel, bloemen, alles heeft een geur. Voor jezelf kun je die geuren vermijden, maar dit zal niet altijd en overal gaan. Je kunt je omgeving inlichten over je triggers en vragen of ze hier rekening mee kunnen houden. Bijvoorbeeld om een bepaalde parfum niet te dragen wanneer jullie samen zijn. Of bloemen even buiten te zetten, wanneer je langs komt. Amaryllis, hyacinten en lelies zijn vaak de boosdoeners.

Het ontdekken en herkennen van je uitlokkingsfactoren, kan een hele hoop schelen! Het zal de aandoening niet wegnemen, maar wanneer je weet wat je beter kunt vermijden, of wat je absoluut niet moet eten of doen, kan het leven met een TAC een stukje aangenamer maken. Om zeker te weten welke triggers voor jou van toepassing zijn, kun je het beste een dagboek bij houden. Wat heb je gegeten/gedronken, wat heb je gedaan, heb je geslapen? Welke behandeling heb je gehad of welke medicatie gebruik je en wanneer had je een aanval? Je kunt het zelf bijhouden of je kunt een app zoeken die hiervoor geschikt is.