Over TAC’s
Tot de Trigeminale Autonome Cefalalgieën (TAC’s) behoren clusterhoofdpijn, CPH (paroxismale hemicrania) en SUNCT (‘short-lasting unilateral neuralgiform headache attacks with conjunctival injection and tearing’).
In zeldzame gevallen kan dit worden veroorzaakt door een onderliggende aandoening. Bijvoorbeeld hypofyse tumoren of vaatafwijkingen. Deze dienen te worden uitgesloten door een MRI scan.
De term ‘cefalalgia’ werd naar verluidt voor het eerst gebruikt door Aretaeus van Cappadocië (1e helft van de 2e eeuw n.Chr.) om bepaalde hoofdpijnpatronen te beschrijven.
De term ‘trigeminale autonome cefalalgie’ (TAC) is van veel recenter datum. Men spreekt van een TAC bij een strikt eenzijdige hoofdpijn met bepaalde begeleidende verschijnselen en een typisch tijdspatroon.
‘Trigeminaal’ duidt op de pijndistributie in de Nervus trigeminus, met name de eerste tak, dus bij het oog of de slaap; ‘autonoom’ wijst op de begeleidende verschijnselen in de vorm van een rood oog, tranend oog, hangend ooglid, vernauwing van de pupil, loopneus, verstopte neus of zweten. Dit wordt toegeschreven aan een disfunctie van het autonome zenuwstelsel.
Bron: Ned. Tijdschrift Geneeskunde 2008